Onderhoud in Mijn Bibliotheek

In de nacht van vrijdag 26 op zaterdag 27 april (Koningsdag) wordt er groot onderhoud gepleegd aan het netwerk in het Amsterdam Data Centrum.
Dit betekent dat ons Bibliotheek-netwerk niet beschikbaar is van 26 april 2024, 23.00 uur tot 27 april 2024, 06.00 uur.

In deze tijd kan je geen boeken verlengen of reserveren, tickets kopen, tegoed opwaarderen, contributie en boetes betalen etc.
Ook de online Bibliotheek is niet beschikbaar.

De schrijfcursus

Met mijn oude gammele fiets rijd ik op de Weverskade. Mijn rugtas met boeken hangt zwaar op mijn rug, de tas komt zo nu en dan met een klap weer terug op mijn rug als ik door een kuil rijd. Ik kijk op mijn horloge, nog 10 minuten en de bibliotheek zal sluiten. Ik trap sneller, de afrol omhoog, langs de kerk en steek snel de Westlande weg over de Kwartellaan op richting de Koningshof.

Ik wil die boeken zelf inleveren bij de balie, op tijd en niet te laat, heb al voldoende boetes gehad en betaald. Maar ook zelf inleveren om niet weer een discussie te moeten voeren over boeken die ik wel ingeleverd heb maar niet gevonden zijn in de boeken-inlever container. Gewoon persoonlijk afgeven en terug naar huis, onderuit op de bank, filmpje kijken en gedachten op nul, meer is er niet bedenk ik vol zelfmedelijden.

Ik rem en stap af, haal met één hand mijn tas van mijn rug, loop de stoep op met het stuur van mijn fiets in de andere hand om hem in het daarvoor bestemde rek te plaatsen.

Voor mij loopt een jongedame met haar fiets met blijkbaar dezelfde intentie. Haar rode haar in een staart welke bij iedere beweging heen en weer wappert. Haar manier van lopen komt mij bekend voor. Rood haar, mijn hart slaat over, dat zal toch niet, is ze dat werkelijk, ik voel mijn wangen zachtjes gloeien. Verdraaid, nog steeds, dacht dat ik daar overheen was, maar nee. Nog net zo puberaal als 9 jaar geleden, zwijmel ik weer als ik haar zie. Ze is nog mooier dan toen.

Nadat ze haar fiets geplaatst heeft in de fietsbeugel worstelt ze met het op slot krijgen van haar fiets. Ik maak gebruik van de gelegenheid om mijn fiets naast haar fiets te plaatsen, misschien herkent ze mij. “Kan ik je misschien helpen”, hoor ik mijzelf vragen. Ze glimlacht, ik glimlach terug, meer gebeurt er niet. Geen blik van herkenning, ik voel weer dezelfde teleurstelling als toen.

Voordat ze antwoordt kan geven hoor ik “Klik” en verdwijnt het sleuteltje in haar jaszak, ze pakt haar tas onder de snelbinder vandaan en loopt in verhoogde pas naar de ingang van de bibliotheek. Ik volg haar met mijn ogen. Bij de ingang staat ze plots stil, draait zich om en kijkt mij even aan om vervolgens haar weg te vervolgen. Gebiologeerd volg ik haar op gepaste afstand zonder ook maar mijn fiets op slot te zetten. Al lopende pak ik ondertussen de in te leveren boeken uit mijn tas en gooi deze in de daarvoor bestemde container, weg goede voornemens, ik voel de oude liefde weer opborrelen.

In mijn ooghoek zie ik haar direct op een dame aflopen, geanimeerd praten, hoe kan het ook anders. Ik nader haar en sta op korte afstand stil achter haar en luister maar mis de helft van het gesprek. “Ja hoor, loop maar door naar de rechterkant van de zaal, daar staat koffie en thee klaar, ik zie je zo”. Haar rode staart verdwijnt achter een boekenrek. Ik staar een moment naar dat rek, daar, daar moet ik naar toe.

De dame kijkt mij vragend aan: “U komt ook voor de schrijfcursus, jongeman?”. IJverig knik ik om mij vervolgens in allerlei bochten te wringen om ook mee te mogen doen aan de cursus. Zonder te verblikken of verblozen rolt de ene leugen na de andere uit mijn mond. Nee, ik heb mijn bevestiging niet bij mij, vergeten, dom, ligt nog op de tafel. Ja, ik heb mij wel degelijk ingeschreven. Nee, ik begrijp er ook niets van. Had mij zo verheugd op deze cursus. Uiteindelijk komen de verlossende woorden: “Nou, vooruit er zijn 2 afzeggingen, ik noteer straks je naam wel bij het voorstelrondje, over 20 minuutjes beginnen we, oh… en neem wat te drinken bij de koffiehoek”. Uiterst beleefd bedank ik haar en loop zonder schaamte dezelfde weg als haar die ik weer volg.

In het gedeelte aangekomen waar klaarblijkelijk de schrijverscursus zal plaatsvinden zitten alle deelnemers keurig achter een tafeltje, klaar met pen en papier en een dampende kop koffie of thee. Ik kijk rond, voorzien van een kop thee in de ene hand en mijn rugtas in de andere hand, mijn ogen zoeken haar, onze blikken kruisen elkaar en lijken in elkaar te verzinken. De stoel naast haar is vrij, ik aarzel geen seconde en stap op haar af. “Hoi Annemiek… mag ik naast je zitten?”. Ik zie haar knikken. Terwijl ik plaats neem en mijn tas op de grond zet, zeg ik bijna verdrietig en verlegen: “Je herkent mij niet hè”. Met haar grote blauwe ogen kijkt zij mij aan, houdt haar hoofd een beetje schuin om dan te zeggen: “Ja hoor, jij bent Siem, van de middelbare school. Siem op wie alle meisjes verliefd waren, alleen had Siem dat niet in de gaten!”.  Ze slaat haar ogen neer en ik zie een zachte blos op haar wangen verschijnen.

We raken in gesprek, althans zij praat en ik… ik luister. Als een klaterende waterval rolt daarna het ene woord na het andere uit haar prachtig gevormde mond, ik hang aan haar lippen. In korte tijd passeert zoveel de revue, haar plannen haar toekomst. Plots zegt ze heel serieus: “Dus ik schrijf, en jij Siem?”, ze lacht, schudt haar hoofd om zichzelf direct antwoord te geven: “Oh… domme vraag, jij natuurlijk ook anders zat je niet hier!”.

Een rode lok haar komt los te hangen voor haar gezicht, ik aarzel geen seconde, ik pak de lok en plaats deze achter haar oor en zeg lachend: “Nee, ik schrijf niet, maar ik moet je wel heel iets anders bekennen”.

Geschreven door: Yvonne Boeckx