Onderhoud in Mijn Bibliotheek

In de nacht van vrijdag 26 op zaterdag 27 april (Koningsdag) wordt er groot onderhoud gepleegd aan het netwerk in het Amsterdam Data Centrum.
Dit betekent dat ons Bibliotheek-netwerk niet beschikbaar is van 26 april 2024, 23.00 uur tot 27 april 2024, 06.00 uur.

In deze tijd kan je geen boeken verlengen of reserveren, tickets kopen, tegoed opwaarderen, contributie en boetes betalen etc.
Ook de online Bibliotheek is niet beschikbaar.

De schrijvende

Uiteindelijk ben ik het die schrijft. Ik ben de schrijvende. De hand die mij vasthoudt, bepaalt de bewegingen en de druk. Maar zonder mij komt er niets op het papier.

Talloze handen hebben mij al in beweging gebracht in de vele, vele jaren die ik in verschillende verschijningsvormen actief ben geweest. Het waren vaak mooie jaren, maar toch verlang ik het meest naar de periode waarin ik echt eer van mijn werk had. Werk, waar ook nu – eeuwen later – nog met veel bewondering naar wordt gekeken. Prachtige, zorgvuldig vormgegeven letters en wat waren die tekeningen mooi! Wat heb ik daar een plezier in gehad. Wat kan ik terugverlangen naar mijn zachte, bijna warme bewegingen over heerlijk perkament. Wat was het heerlijk om steeds weer in een andere kleurstof te worden gedoopt. Vergeleken daarbij is mijn bestaan nu letterlijk en figuurlijk vrijwel kleurloos.

Woorden toevertrouwen aan het papier; dat vind ik een mooie uitdrukking. Maar die is naar mijn oordeel alleen van toepassing als dat zorgvuldig en weloverwogen gebeurt. Ik slijt nu mijn jaren in de hand van iemand die schrijft vol ongeduld. Soms laat zijn hand me bewegingen maken waarbij ik me een beetje onpasselijk voel. Vaak ook snelle bewegingen die ik moet uitvoeren op slordig afgescheurde vellen papier van slechte kwaliteit. Het genot van het schrijven is niet alleen afhankelijk van de bewegingen en de druk van een hand.

Dieptepunten in mijn huidige schrijversbestaan zijn die momenten, waarop de hand die mij stuurt van zijn meester de boodschap krijgt dat het door mij met zoveel toewijding geschrevene niet naar zijn zin is. Dan gebruikt hij mij om lange strepen te trekken door soms vele zinnen die nog maar net op het papier staan. Wat is geschreven, blijft staan. Maar er loopt dan een kras doorheen, gemaakt met een beweging die mij tot in het diepst van mijn ziel kan kwetsen. Ik neem het de hand niet kwalijk. Die is ook maar afhankelijk van zijn meester.

Ik kan na al die eeuwen goed aanvoelen wat de stemming is van degene die schrijft. Zwaarmoedig gestemden drukken mij diep in het papier.  Maar als een hand mij over het papier laat dansen, dan voel ik de vreugde die erachter zit. De verschillen vallen het meest op bij het schrijven van gedichten. Ik kan oprecht genieten van het schrijven van een lieflijke ballade. Bij een somber vers kost het me soms moeite de inkt eruit te persen.

Ja, die inkt. In een ver verleden werd ik gedoopt in een mengsel van ijzerzouten, vermengd met olie uit galnoten en een verdikkingsmiddel. Maar er zijn ongelooflijk veel soorten inkt waarin ik mij heb kunnen onderdompelen; met natuurlijke materialen gemaakt en op kleur gebracht.  Hoe treurig is daarbij vergeleken de kunstmatige substantie waarmee men mij nu mijn werk laat doen. Meestal niet kleuriger dan zwart en blauw. Bij de eerste kennismaking met die nieuwe materialen kostte het me heel veel moeite om iets op papier te krijgen.

Een van mijn kostbaarste ervaringen als schrijvende is het op papier zetten van muziek. Met grote aandacht en voorzichtigheid moest ik kleine, ronde balletjes op of tussen vijf horizontale, dunne lijnen plaatsen. Noten, zo noemen de mensen die balletjes. Aan de meeste balletjes zat een stokje, maar er waren er ook die er uitzagen als een gewone, beetje afgeplatte cirkel. Af en toe moest ik tekentjes voor de noten plaatsen, die vaak ook al aan het begin van de balk met de vijf lijnen stonden. Vooraan op de meeste balken van vijf lijntjes mocht ik een fraaie krul tekenen, maar er waren er ook met op die plaats een groot teken dat ik eigenlijk alleen maar kende als komma; op deze plek met twee puntjes erachter.

Het heeft een tijdje geduurd voordat ik het doel van al dat vlijtige werk begreep, want soms kwam het op mij wel wat chaotisch over. Steeds weer nieuwe lijnen, met steeds weer andere noten op net weer iets andere plaatsen dan in de balk erboven. De onthulling kwam op de dag waarop de meester van de hand die mij toen stuurde, mij meenam naar een grote ruimte waar nog veel meer mensen waren. Hij ging voor al die mensen staan en legde een boek vol met de door mij zo gewetensvol genoteerde noten op een soort plank en hij legde mij ernaast.

Toen het stil werd, hief hij zijn handen omhoog en begon er langzaam mee te zwaaien. De andere mensen hadden allemaal voor mij tot dan volkomen onbekende voorwerpen bij zich, waaruit ze op verschillende manieren geluid wisten te halen. Soms heel hard, soms bijna sluimerend stil. Ik wist niet wat ik hoorde. Vaag herinnerde ik mij uit een ver voorbije periode dit soort klanken, maar dan voortgebracht door menselijke stemmen. Maar dit was een nog veel diepere, bijna ontregelende ervaring. Maar ik kreeg weinig tijd om dit goed tot mij door te laten dringen, want plotseling hief de meester zijn handen weer omhoog en meteen werd het stil. Ik moest weer aan het werk, geleid door korte, driftige handbewegingen moest ik voor en achter de balken weer gewone woorden schrijven.

Ik leg de nadruk op dat woordje ‘moest’. Want dat is het droeve lot van mij als schrijvende. Er is altijd een ander die bepaalt wat uit mijn punt vloeit. Ondanks al mijn activiteit ben ik de passief schrijvende.

Ook al heb ik mijn bezwaren tegen zijn ruwe behandeling, ik heb nu al vele jaren het voorrecht geland te zijn in de handen van een man die mij al heel veel heeft laten schrijven. Maar tot mijn verdriet hoorde ik hem laatst tegen iemand zeggen dat er vanwege zijn hoge leeftijd geen boeken meer van hem zullen verschijnen. Ik hoop vurig dat hij wel brieven blijft schrijven.

Ach, en hoe de toekomst er verder uit ziet… Ik begrijp dat wij schrijvenden steeds vaker ongebruikt in een la liggen te dommelen of zelfs in diepe slaap zijn. Maar gelukkig ben ik altijd weer op mijn puntje terecht gekomen. Dus als  mij zoiets overkomt, vertrouw ik erop dat ik weer opgepakt zal worden door een hand die mij liefdevol tot leven zal weten te wekken.

Geschreven door: David van der Houwen