Schrijfwedstrijd 2025: ‘De onbekende persoon op die oude foto’
De Bibliotheek de Plataan organiseerde tijdens de Week van de Cultuur een schrijfwedstrijd met als thema: ‘De onbekende persoon op die oude foto’.
De winnaars zijn bekend!
Eerste prijs : Natascha van Rijsdijk (uit Maasland)
Tweede prijs : John van Maris (uit Vlaardingen)
Derde prijs : Stefien de Jong (uit Vlaardingen)
Eervolle vermelding voor: Diana Houtzager (uit Maassluis)
Gefeliciteerd!
De Bibliotheek mag zich verheugen op een blijvende belangstelling voor deze jaarlijkse wedstrijd. De jury constateert dat het enthousiasme om te schrijven bij alle inzendingen doorklinkt. De Plataan bedankt dan ook alle inzenders.
Hieronder het winnende verhaal:
Door Natascha Rijsdijk
De onbekende persoon op die oude foto
Toen Mary’s grootmoeder overleed, erfde ze een huis vol stilte. Op zolder dwarrelde het stof door de lucht als adem die te lang was ingehouden. Ze zocht niet naar iets specifieks – ze probeerde gewoon de decennia aan spullen door te nemen, herinneringen opgevouwen in dozen.
Ze vond de foto in een oud album, verstopt onder vergeelde kranten. Een zwart-witfoto van een zomerse picknick. Haar moeder, misschien tien jaar oud, lachte naast haar broers en zussen. Haar grootmoeder hield een kan limonade in de lucht, halverwege het inschenken. Het was een moment van vreugde, bevroren in de tijd. Behalve voor één detail: een man stond aan de rand van het beeld. Lang, dun, in een donker pak dat niet helemaal paste bij de scène en de tijdgeest. Zijn uitdrukking was neutraal – bijna vriendelijk, bijna hoopvol – en zijn ogen waren recht op de camera gericht.
Mary draaide de foto om. Geen namen. Geen datum. Alleen een woord in potlood geschreven: Voor altijd.
Later die dag, bij een kop thee, liet ze de foto aan haar moeder zien.
“Herken je dit?” vroeg Mary.
De ogen van haar moeder lichtten op.
“Oh, ik herinner me deze picknick! We hadden hem elke juli in het park – wacht…” Ze boog zich dichter naar de foto. “Wie is dat?”
Mary haalde haar schouders op.
“Ik hoopte dat jij het zou weten.”
Haar moeder staarde naar de man. Haar gezicht veranderde, werd strakker, kouder.
“Ik herinner me hem niet. Helemaal niet. Hij was daar niet.”
“Misschien een vriend van de familie? Iemand die je vergeten bent?”
Haar moeder schudde haar hoofd. “Nee. Hij was daar niet.”
Er zat iets beslists in haar toon – meer zekerheid dan verwarring. Ze schoof de foto weg en veranderde het onderwerp.
Later, toen ze wegging, stopte ze even bij de deur en keek om naar haar dochter.
“Als je nog meer van zulke foto’s vindt… raak er niet te veel in verstrikt. Sommige dingen kun je niet oplossen. Sommige dingen kun je beter negeren.”
Mary kon het niet loslaten. Die avond scande ze de foto in op haar computer en vergrootte hem. Het gezicht van de man kwam scherper in beeld – duidelijker dan de rest. Het korrelige beeld vervaagde rond hem, alsof hij niet helemaal tot hetzelfde moment in de tijd behoorde.
Die nacht droomde ze van de picknick. De kleuren waren nu levendig, de lucht warm. Iedereen lachte, bevroren in beweging. Niemand merkte haar op. Behalve hij.
De man keek op van de boomgrens en gaf haar een klein knikje, zoals een oude vriend die haar herkende in een menigte.
Vastbesloten de identiteit van de onbekende man te achterhalen, begon ze te zoeken. Zittend op oma’s zolder, tussen stapels vergeelde documenten en verkleurde prentjes, bij een flikkerend lampje aan het plafond.
Er kwamen meer foto’s van de picknick naar boven, en ook van andere momenten: verjaardagen, feestdagen, zelfs een vage foto van de diploma-uitreiking van haar moeder.
De man stond op elke foto. Altijd op de achtergrond. Altijd kijkend in de lens.
Hij was nooit meteen zichtbaar. Je moest goed kijken, echt zoeken. Maar zodra je hem zag, kon je hem niet meer ont-zien.
De volgende dag kwam oudtante Kootje op bezoek. Mary liet haar de foto’s zien, waarop de oudere vrouw stil werd en een zucht liet ontsnappen. Een zorgelijke blik gleed over haar gerimpelde maar warme gezicht.
“Ik weet niet wie hij was, Mary. Je grootmoeder noemde hem ooit ‘de bewaker’. Ze legde het nooit uit. Ze zei dat hij er altijd was, zelfs wanneer niemand hem zag.”
“Bestond hij echt?”
“Ik weet het niet. Je grootmoeder zei eens dat ze dacht dat hij misschien haar overleden grootvader was, die een oogje in het zeil wilde houden. Maar of dat waar is…?”
Kootje’s stem werd bedachtzaam.
“Misschien zijn sommige mensen niet bedoeld om op de traditionele manier herinnerd te worden, zoals bij anderen – door hun naam, verhalen of de invloed die ze hebben gehad. Misschien gelden er voor sommigen andere regels.”
Die Zaterdag ging Mary, met de foto in haar hand, naar het park. Ze wist niet precies waarom, maar iets trok haar er naartoe.
Er was weinig veranderd – dezelfde brede eiken, dezelfde open plek waar de picknick had plaatsgevonden. Ze vond de plek waar de man had gestaan. Het gras was nu hoger, de bomen zwaarder door de tijd, maar de vorm van het landschap was nog steeds hetzelfde.
Ze hield de foto omhoog, het verleden en het heden uitlijnend.
Een briesje bewoog de bladeren.
Toen verschoof het licht. Het tafereel van de foto ontvouwde zich om haar heen – levendig, echt. De picknick vond opnieuw plaats. Haar moeder rende als jong meisje blootsvoets over het gras. Haar grootmoeder schonk limonade met dezelfde tevreden glimlach. Gelach weerklonk opnieuw, alsof het al die jaren had gewacht.
Niemand zag Mary. Behalve hij.
De man stond precies waar ze hem verwachtte. Stil. Toekijkend. En deze keer draaide hij zijn hoofd en keek direct naar haar – niet door haar heen, niet langs haar, maar in haar.
En glimlachte. Slechts één keer. Een glimlach van opluchting.
Het licht verschoof opnieuw. De picknick was weg. Het park was weer stil.
Mary was alleen.
Ze keek naar de foto. Hij was veranderd. Het was dezelfde scène, dezelfde mensen, maar de man was weg, en Mary stond op zijn plaats, recht kijkend in de camera.
Een rilling trok door haar heen. De lucht voelde zwaar, alsof de wereld haar adem inhield, en voor ze zich kon bewegen, begon ze langzaam te vervagen. Eerst haar voeten, daarna haar handen. Langzaam werd haar lichaam steeds transparanter, alsof haar afbeelding uit de tijd werd getrokken en in de foto werd gezogen.
Binnen enkele momenten was ze verdwenen.
De volgende dag vond Mary’s moeder de foto. Hij lag bij haar op het aanrecht, terwijl ze toch echt had gezien dat Mary de foto weer mee naar huis had genomen. Sinds gistermiddag had ze een vreemde leegte in de lucht gevoeld, het onverklaarbare gemis van haar dochter, maar ze had niet geweten waar dit gevoel – het gevoel van een intens verlies – vandaan kwam.
Ze pakte de foto op en haar blik bleef hangen bij het tafereel van de picknick, de lachende gezichten, de warme herinneringen. Maar nu was er iets anders. Iets dat ze niet eerder had gezien. De man was weg, en in zijn plaats stond Mary, recht kijkend in de camera.
Een rilling liep over haar rug, en de glimlach op haar gezicht begon te vervagen toen ze het begreep.
Misschien worden sommige rollen niet doorgegeven. Misschien wachten ze gewoon op de volgende persoon die arriveert.
De allereerste inzending blijkt de meest aansprekende. Een geheimzinnige onwaarschijnlijke invalshoek die toch zeer boeit met een mooie observatie als afsluiter.
— Jury
Natascha heeft haar verhaal voorgelezen, klik hier voor haar video.